Wensdenken

Vakanties naar Scandinavië waren volgens de reisbureaus dit jaar populair. Vakantiegangers mijden de hitte en bosbranden van Griekenland, Spanje en Portugal en kiezen voor bestemmingen noordwaarts. Het is onmiskenbaar dat de gevolgen van klimaatverandering nu ook tot ons gewone mensen zijn doorgedrongen. Het gaat geleidelijk, zoals bankkantoren en brievenbussen uit het straatbeeld verdwenen zijn, zo sluipen hittegolven en stortvloeden ons leven binnen. 

Deze vakantie ben ik niet naar het noorden gegaan, maar juist naar het oosten. Onze dankzij Corona jarenlang opgespaarde vermeden CO2-uitstoot hebben we met ons gezin in één klap gecompenseerd met een vliegreis naar Vietnam. Voor een rondreis met auto, trein, diverse boten en ander fossiel geweld. Het was een prachtige reis in een land waar men zich nog weinig zorgen maakt over het klimaat. Met ruim 80 miljoen inwoners heeft men daar nog maar 20 McDonald’s vestigingen. 

De tropische warmte was zoals je kon verwachten: heet. In de regio Hanoi, in het noorden, is het gemiddeld zo’n 2 graden warmer geworden in de afgelopen vijftig jaar. Maar als toerist merk je het verschil tussen 34 en 36 graden Celsius toch niet echt; het is heet en dat ervaar je gelaten, in de wetenschap dat je uit kunt wijken naar je hotelkamer met airco. 

Maar over de airconditioning gesproken, die op onze hotelkamer had moeite de fikse temperaturen bij te benen. Op verzoek werd dit verholpen door de installatie bij te vullen. Het etiket van de gasfles vermelde “R22” en “chloordifluormethaan”. Dit koelmiddel is een broeikasgas dat duizend maal sterker is dan CO2 en daarom bij ons al jarenlang verboden. De monteur vulde de airco, waarbij met licht gesis wat van het gas kon ontsnappen. Een etmaal later vertoonde de lekke airco hetzelfde euvel. Dat hebben we maar zo gelaten. 

Als je in dit deel van de wereld nadenkt over het keren van de klimaatcrisis, zoals we in Europa proberen, dan slaat de angst je om het hart. Een groeiend verkeersinfarct van scooters en auto’s. Nieuwe shoppingmalls en hypermarkets, betonkolossen voor nog meer toeristen. In sneltreinvaart wordt het land getransformeerd. Een opkomende economie die woekert als een invasieve exoot, die het verleden platwalst met asfalt. 

Toch is het waard een tweede blik op Vietnam te werpen. Het aandeel hernieuwbaar in de energieproductie met waterkracht, wind en zon, is bijna de helft. Alles op wielen dat nieuw is, wordt elektrisch voortgedreven. Vinfast, de Vietnamese autoproducent, is nu al meer waard dan de beurswaarde van GM en Ford bij elkaar geteld. Misschien is het mijn in naïviteit gehulde hoop, maar wellicht lukt het de opkomende economieën om onze fouten over te slaan.