Klimaatsceptici hebben op één punt gelijk
NRC – De kosten voor de energietransitie in Nederland die we bereid zijn aan te gaan, staan in geen enkele verhouding tot het resultaat. Dat is de tijdbom die tikt onder het klimaatbeleid en de voorgenomen klimaatwet. Het is tevens het veelgehoorde bezwaar van klimaatsceptici.
Nederland is verantwoordelijk voor slechts 0,54% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Het doel de uitstoot tot nihil te reduceren in 2050 (en met 49% in 2030) vereist een enorme ingreep in niet alleen ons energiesysteem, maar in de totale economie en de manier waarop we onze samenleving organiseren. De suggestie dat de reductie van broeikasgassen in ons land bijdraagt aan het oplossen van het wereldwijde klimaatprobleem is daarom gevaarlijk. “Als je de burger niet kunt uitleggen dat de energietransitie in Nederland geen direct verband heeft met de betere bescherming van onze kinderen, dan vereist dat nieuwe argumenten.”
Dit is wellicht de meest cruciale zin uit het Juryrapport van Springtij Forum 2017. Vorige maand gaf Wouter van Dieren, wetenschappelijk directeur van Springtij, een indringende lezing op de ‘Barn Talks’ van EnTranCe over het onderwerp.
Het Springtij Juryrapport vormt de weerslag van pleitbezorgers uit bedrijfsleven, overheid en NGO’s. De hierboven aangehaalde zin zet de gevoerde pleidooien op scherp; alsof je verkoopvoorwaarden pas leest nadat je op de knop voor bestellen hebt geklikt. Opeens begrijp je de urgentie.
Systeemverandering
Het keren van de klimaatverandering voor zover het gevolg van menselijk handelen vereist een bredere aanpak dan alleen ons energiesysteem. De hele economie mag op de schop, niet alleen vanwege de manier van produceren, maar ook vanwege de manier waarop we de economische principes waarderen. Het punt van klimaatsceptici is dat de energietransitie, gerelateerd aan beoogd resultaat, veel te veel geld gaat kosten. Deze redenering is niet onjuist, maar wel incompleet.
De baten immers van transitie worden niet op eenzelfde manier uitgedrukt als de kosten, namelijk in euro’s. Schone lucht, een cyclus van grondstoffen, natuurbehoud en voedselkwaliteit weten we nog niet uit te drukken in verhandelbare muntstukken.Ook de schade die we gaan ondervinden door klimaatverandering blijft buiten beschouwing. De rekensom van het BNP is daarvoor totaal niet geschikt en een systeemverandering is daarom nodig.
De koek is op
Wel is een eerste muntstuk in de maak, al wordt het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) vaak weggelachen. Carbon markets zijn wereldwijd in opkomst en gaan mondjesmaat steeds beter functioneren. Het ETS wordt na 2020 aangescherpt en het prijsdrukkend overschot aan emissierechten zal verdwijnen. Afgelopen week steeg de CO2-prijs tot bijna 11 euro, de hoogste prijs in zes jaar.
Het is daarom niet voor niets dat het Springtij-rapport inzet op carbon budgets als sturingsinstrument. Huidige doelstellingen op het gebied van duurzame energie (opwek) en energie efficiëntie (besparing) leiden af van het gevaar het Parijs-akkoord van maximaal 2 gr. C. opwarming te overschrijden – wat we al gaan doen, zo stelt het rapport. Een budget voor de jaarlijkse emissies maakt inspanningen dagelijks meetbaar, terwijl een reductiedoel aan een horizon als 2030 of 2050 alleen maar uitstel uitlokt.
De uitstoot is niet een jaarlijks getal waarover je de schouders kunt ophalen. Uitgaande van de relatie tussen CO2-gehalte en de temperatuurstijging op aarde is de uitstoot in absolute termen begrensd. Om onder de 2 gr C. te blijven is 2900 Gton CO2 het maximum, gerekend vanaf het pre-industriële tijdperk. Sindsdien hebben ‘we’ al 2100 Gton geëmitteerd. Bij gelijkblijvende jaarlijkse uitstoot hebben we nog 20 jaar voordat de atmosfeer vol zit. Maar willen we (zoals ‘Parijs’) rond de 1,5 gr. C. uitkomen, dan hebben we nog maar vier jaar, zegt het Juryrapport. Dus naast de eindigheid van fossiele hulpbronnen voor energie, geldt eveneens voor de CO2-uitstoot in relatie tot wereldwijde temperatuurstijging: de koek is op.
Het aardige van het denken in koolstofbudget is dat het allerlei andere maatregelen omsluit. In de biobased economie wordt de C van koolstof volledig gerecycleerd. In de circulaire en cradle tot cradle economie wordt grondstof hergebruikt en afval vermeden. Energie uit hernieuwbare bronnen gaat het definitief winnen van fossiel. Een carbon budget dwingt tot het realiseren van negatieve emissies (CCS en CCU). Samengevat: de klimaatcrisis is prima te keren, als we de maatregelen daarvoor verheffen tot verdienmodel.
Grand Design
Ondanks de dreigende zin uit de samenvatting, leest het Juryrapport van Springtij daarom als een boek vol kansen, met name voor het hoog technologisch ontwikkelde Nederland. We maken al biobrandstoffen uit afval en agro residu. We hebben al plastics zonder olie aan te wenden. Gebouwen zijn al een materialenmagazijn waarmee we nieuwe kunnen bouwen. Met waterstof uit windenergie kunnen we industriële proceswarmte genereren. Het aantal lokale energiecoöperaties is al zo groot dat energieproducenten er graag in investeren.
Springtij laat zien, met 600 vertegenwoordigers uit politiek, bedrijfsleven en NGO’s, dat er een brede consensus bestaat over hoe het beter kan. Met niet alleen ideeën, maar ook met concrete oplossingen. Die verdienen ruim baan en de economische waardering van vermeden uitstoot als toegevoegde waarde. Voor een Grand Design om dat mogelijk te maken moet de overheid de piketpaaltjes slaan. Een klimaatwet is dan niet genoeg, want voor politieke spelletjes is geen tijd mee. Daarvoor is, zo stelt het Juryrapport, een Tweede Grondwet nodig, die de kwaliteit van het klimaat als grondrecht biedt, naast huis en haard. Laten we de klimaatkansen verzilveren, dan zijn de sceptici stil.
Kader:
Tijdens Springtij Forum, dat ieder jaar in september gedurende drie dagen op Terschelling plaatsvindt, komen 600 duurzame koplopers bijeen, om in 60 bijeenkomsten van gedachten te wisselen over de duurzame toekomst. Aan bod komen thema’s als energie, klimaat, grondstoffen, voedselproductie, milieu, innovatie, natuur en de financiële sector.
Het rapport van de Energie- en Klimaatjury van de achtste editie van Springtij werd onlangs overhandigd aan Sandor Gaastra, directeur-generaal Energie, Telecom en Mededinging van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het ministerie is tevens één van de hoofdsponsoren van Springtij.
Het Juryrapport is een weergave van tientallen pleiten en sessies, opgesteld onder eindredactie van griffier Tammo Oegema en Wouter van Dieren, wetenschappelijk directeur en grondlegger van Springtij. Het volledige rapport is te downloaden op www.springtij.nu.
Springtij 2018 vindt plaats van 27 t/m 29 september met als thema ‘All that is True, Good and Beautiful, in search of a new balance’. www.springtij.nu
Image: © Simone Scholtens – Overhandiging voorlopig rapport aan DG EZK Sandor Gaastra op de slotdag van Springtij Forum 2017
(Dit artikel verscheen op het NRC Klimaatblog op 21-03-2018, op ENSOC en in het Friesch Dagblad).