The last mile – stadslogistiek
De laatste meters: ‘We moeten naar andere vervoersconcepten’ – Het elektrisch vervoer dringt ook door in de stedelijke logistiek van fijnmazige distributie. Maar met een bestelbus op accu’s zijn we er nog lang niet. De complete logistieke keten mag op de schop, wil de sector de klimaatdoelen halen. Dit stelt Walther Ploos van Amstel, lector City Logistiek aan de Hogeschool van Amsterdam. ‘Verduurzamen van stadslogistiek stelt eisen aan de inrichting van de leefomgeving.’
TLN: Zero Emissions binnensteden
De ondernemersorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN) wil op basis van het Klimaatakkoord van Parijs (2015) een halvering van de CO2-uitstoot realiseren per 2030. Voor de stadslogistiek geldt ‘Zero Emissions’ in 2025 als doel. Elektrificatie van transportmiddelen is daartoe niet de enige weg. Veel kan bereikt worden met het verbeteren van de efficiency in de ketenlogistiek, met het benutten van overslagpunten en delen van modaliteiten en data. Voor meer informatie:
https://www.tln.nl/onderwerp/Duurzaamheid
Stadslogistiek in cijfers
- De laatste meters is de vertaling van de ‘Last Mile’, de term die gebruikt wordt voor stedelijke logistiek en het transport van goederen vanaf distributiecentra van de rand van de stad naar het centrum.
- Uitgedrukt in tonkilometer (vervoer van 1 ton over 1 kilometer) neemt stadslogistiek een derde van het totale goederenvervoer over de weg voor rekening.
- Hiervoor wordt vanaf vertrek minder dan 30 km afgelegd naar het eerste afleveradres en wordt per werkdag niet meer dan 60 km afgelegd.
- In Nederland rijden ongeveer een miljoen bestelbusjes en kleine vrachtwagens. Daarvan rijden er slechts 20.000 voor pakketdiensten. De rest rijdt in eigen beheer.
- Van de stadslogistiek gerekend in tonkilometer is een derde voor de bouw, een derde voor horeca en foodservice. De rest is voor service logistiek (technisch onderhoud bijv.), beleveren van winkels en de pakketdiensten.
- De gemiddelde bestelbus heeft slecht 300 tot 400 kg lading. De meeste bestelauto’s vervoeren vooral zichzelf; bij pakketvervoer is meer dan 70% lucht.
(Cijfers volgens CE-Delft)
Het venijn zit in de staart: de distributie van goederen in verstedelijkt gebied en de bezorging op het afleveradres doet steden dichtslibben. Met een jaarlijkse toename van zo’n 5% worden stadscentra en woonwijken overspoeld met bestelbusjes en de ergernis daarover neemt toe. Toch is dit niet alleen de schuld van de internetshopper die same day delivery wenst. “Ongeveer 80% van het vervoer dat de stad in gaat is eigen vervoer. Maar 20% komt voor rekening van de professionele logistieke dienstverleners zoals pakketdiensten. Tegelijk daalt dit percentage.” Dit zegt Walther Ploos van Amstel, zo’n beetje het gezicht van ‘de laatste meters’ of de ‘Last Mile, de vakterm voor de complexe problematiek rond stadslogistiek.
Stedelijke thema’s
Hoewel de pakketbezorger die de retouren van online miskopen ophaalt de schuld krijgt, is het de overvloed aan bestelbusjes van bouwondernemers, horecaleveranciers en servicebedrijven die voor het dichtslibben zorgt. “Voor allerlei bedrijven heeft de logistiek een service component. Omdat op bepaalde tijden geleverd moet worden of omdat de goederen een speciale behandeling vereisen. Een logistiek dienstverlener denkt alleen in verplaatsen van dozen, maar daar kom je er niet mee in stadslogistiek.” Supermarkten die aan huis leveren willen dat doen met een eigen gezicht en ook internetwinkel Coolblue wil ‘de service met een smile’ niet uitbesteden. Bouwbedrijven, installateurs en schoonmaakdiensten ontkomen voorlopig niet aan eigen vervoer.
De toename van binnenstedelijk vervoer is een belangrijk thema en niet alleen vanwege congestie. De bijdrage aan CO2-uitstoot van stadslogistiek is niet onaanzienlijk, zo’n 30% van het totale wegtransport. “Maar naast ruimte en CO2-uitstoot is ook veiligheid een thema. Het vrachtvervoer is onevenredig vaak vertegenwoordigd in de ongevallenstatistiek.” Dan is er nog het lastigste thema, dat van luchtkwaliteit. Lastig omdat de effecten zeer moeilijk meetbaar zijn en de gevolgen amper aan te tonen. “Al is het effect op de luchtkwaliteit van het binnenstedelijk goederentransport beperkt, als je vuile diesels wilt weren vanwege CO2-reductie doe je het in ieder geval niet verkeerd.”
Trends in stadslogistiek
“Bundeling van transport is een eerste ontwikkeling, omwille van efficiency, maar ook vanwege het tekort aan chauffeurs.” Dit kan door samenwerking, bijvoorbeeld als een bouwbedrijf en een installateur op dezelfde locatie willen leveren. Iets wat bij wet nu nog niet mag. Maar het kan ook door nieuwe vormen van logistieke dienstverlening, met gebruikmaking van (extra) op- en overslagpunten en de inzet van meerdere modaliteiten.
“Een tweede trend is de inzet van kleinere vervoersmiddelen. Dat geeft minder overlast en kan bijdragen aan veiligheid. Deze zijn gelijk elektrisch te maken, zoals je als ziet bij pakketbezorgers en de wagentjes van de online supermarkt Picnic. Elektrische transportmiddelen kunnen in principe nu al 15% van de bestelauto’s vervangen. Ook de elektrische bestelauto is concurrerend in prijs. Voor een kleine vrachtwagen met 7500 kg. laadvermogen is dat binnen enkele jaren het geval. VDL werkt aan vrachtwagens met 20 ton laadvermogen en een brandstofcel.”
“Als derde zie je andere leveringsvormen. AH doet dat met thuisbezorgen, door rode en groene tijdstippen aan te bieden, met een prijsprikkel. Thuiswinkel.org heeft ‘bewust bezorgd’ waaraan je kunt zien hoe groen jouw zending is. Als alle bestelwagens dezelfde kant op gaan, hoeft leveren op dezelfde dag geen probleem te zijn. Maar door bestelgedrag te sturen kun je duurzamer opereren.”
Ploos van Amstel denkt graag nog een stap verder. “Het is mogelijk dat complete productieprocessen gaan schuiven, met 3D-printing op de bouwlocatie of bij de winkel bij jou om de hoek.” Of autonome wagentjes die de bezorger in de buurt begeleiden. Drones, voor gebieden waar ruimte is. Van deze ontwikkelingen is hij overtuigd: “Want duurzaam is altijd goedkoper.”
Ruimtelijke ordening
Als het om de laatste meters gaat, is de elektrificatie van transportmiddelen een voor de hand liggende oplossing. Maar dat heeft een enorme invloed op de leefomgeving en inrichting van het stedelijk gebied. “Je moet voorspellen waar de hotspots voor laadinfrastructuur komen te liggen. Waar ligt het magazijn en overslagpunt van de toekomst en hoe zorg je voor de opwek en distributie van voldoende stroom. Dat heeft een overlap met gebieds- en vastgoedontwikkeling en dienstenconcepten rond energielevering en smart charging. En de ontwikkeling van duurzame energieproductie met zonneparken en opslag door middel van waterstof. En voor de logistieke ondernemer zelf: leg ik zonnepanelen op het dak of deel ik met de buurt.”