Schaduwmunt voor een schoon klimaat
LC/DvhN – Voorstanders van maatregelen tegen klimaatverandering kan het niet hard genoeg gaan. Korter douchen, een extra trui en binnenkort iedereen aan de warmtepomp. Tegenstanders vinden de wereldwijde temperatuurstijging fake news en zien zelfs een Kleine IJstijd aankomen. Afgelopen week kwam het klimaatpanel IPCC met een laatste waarschuwing: zonder hard ingrijpen blijft de 1,5 graden C. doelstelling buiten bereik. Maar op een aantal fronten is de klimaatdiscussie al ingehaald door stringente wetgeving, vooral vanuit Brussel. De klimaatwet die bij ons in de steigers staat, doet daar nog een schepje bovenop. Beleid voor het keren van de klimaatcrisis is een feit. De vervolgvraag die zich aandient: hoe gaan we het betalen?
Met die gedachte begeef ik mij naar het Springtij Forum 2018, het jaarlijkse klimaatcongres op Terschelling, in de hoop op antwoorden. Hier verzamelen zich dit jaar gedurende drie dagen zo’n 900 professionals uit het bedrijfsleven, van milieuorganisaties en overheden. Ik zal aanschuiven bij de ‘schaduwtafel finance’, het verlengde van de taakgroep financiën en de klimaattafels waaraan in Den Haag het klimaatakkoord vormgegeven wordt.
Maatschappelijke kosten
Tijdens Springtij komt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) met de doorrekening van het klimaatakkoord op hoofdlijnen. Nieuwe maatregelen voor CO2-reductie en hernieuwbare energie gaan de schatkist tot 4 miljard extra kosten. “Dat is ongeveer evenveel als wij uitgeven aan roken,” grapt de immer opgewekte Ed Nijpels vanaf het hoofdpodium, als voorzitter van het klimaatberaad. Maar dit kan geen grap zijn, want ik hoor: extra kosten. Wat is dan het totaal? Ook daar heeft het PBL antwoord op: ze ramen de kosten op zo’n 80-90 miljard euro in de periode 2019-2030. Maar dat zijn alleen de overheidsuitgaven. “De totale kosten zijn eigenlijk niet uit te rekenen,” zegt PBL rekenaar Robert Koelemeijer desgevraagd. Want allerlei kosten zitten verscholen in de economie en veel daarvan zijn niet nieuw en al helemaal niet extra.
Momenteel loopt een programma voor dijkverzwaring voor 7,4 miljard euro. Netbeheerders investeren jaarlijks al 2 miljard in het elektriciteitsnet. Ook bedrijven zitten niet stil: vorig jaar werd zo’n 1,5 miljard besteed aan maatregelen voor energiebesparing door het MKB. De uitgekeerde subsidie voor energie uit wind, zon en biomassa gaat richting de 700 miljoen per jaar.
Investeren levert iets op
Maar met het begrip ‘kosten’ gaat iets mis. Want het overgrote deel van de bestedingen zijn feitelijk investeringen. Dat beaamt ook Nijpels. “Energie besparen is een feest voor de portemonnee”, zegt hij. Investeringen worden gedaan met het oog op rendement. Als alles goed gaat wordt een investering meer dan terugverdiend. Daardoor hebben we een bloeiende bedrijfstak voor zonnepanelen, met bijna 10.000 banen. Een windsector met ruim 6000 banen. De eerste proefprojecten voor groene waterstof draaien. Uit rioolslib en mest wordt biogas gemaakt, bij te mengen in het aardgasnet. We maken nieuwe woningen en gebouwen die minder dan een kwart aan energie gebruiken. De industrie heeft de productie verhoogd en tegelijk de CO2-uitstoot verlaagd. De Europese doelen voor 2020 worden gehaald: 20 procent hernieuwbare energie, 20 procent energiebesparing en 20 procent CO2-reductie. De laatste wordt met 24 procent zelfs ruimschoots gehaald.
Investeren loont en geld kan een sterke hefboom zijn. Dat ziet ook Frank Elderson, directeur van de Nederlandsche Bank (DNB). “Wij zijn een leverage organisatie”, zegt hij. “Wij hebben een enorme hefboom in handen.” DNB kan pensioenfondsen vragen duurzaam te beleggen, dan gaat het ineens om 1300 miljard pensioenvermogen. De bank kan financiers van vastgoed bewegen te verduurzamen. Doen ze dat niet dan verliest het onderpand van de vastgoedlening op termijn haar waarde. Zo krijg je een markt wel in beweging.
Aan de schaduwtafel finance wordt dit principe tot een aanbeveling gemaakt. Als energielabels gekoppeld aan waarde de vastgoedsector in beweging kan krijgen, kan dat ook voor andere sectoren. Voor de industrie met een label voor energie-efficiëntie. Of voor landbouwgrond, met een label voor bodemkwaliteit. Als je een alternatieve manier vindt om waarde te creëren, in dit geval milieukwaliteit, dan komt het geld vanzelf.
Bij lange na niet genoeg
Op macro niveau mag het dan misschien kunnen, bij mij aan de keukentafel ligt het toch anders. Mijn energierekening stijgt. Komend jaar stijgen de energiebelastingen met 25%. Voor zonnepanelen heb ik onvoldoende spaargeld en mijn ruim 100 jaar oude woning met beschermd stadsgezicht laat zich niet eenvoudig isoleren. Door de stijgende CO2-prijs worden producten duurder. Aan de pomp is het al geen lolletje en de vliegvakantie komende zomer kan fors duurder uitvallen.
Misschien zijn we bereid al deze kosten te dragen, maar dan willen we ook uitzicht hebben op de baten. Geen overstromingen of hittestress. Schone lucht en groene binnensteden. Een warm huis zonder schuldgevoel. Probleem is dat de resultaten van klimaatmaatregelen nog lang op zich laten wachten. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft gerekend aan de effecten van milieuschade. Zonder maatregelen kan milieuschade leiden tot een gemiste economische groei ter waarde van 30 miljard euro, per jaar. Daar steekt die 4 miljard extra schamel bij af.
Schaduwmunt
De begenadigd spreker en financieel visionair Stefan Brunnhuber legt op Springtij uit dat het inderdaad niet genoeg is. Volgens hem kosten alle noodzakelijke maatregelen om de klimaatcrisis te keren wereldwijd 5 biljoen. Dat is 5000 miljard. Per jaar! Het bruto nationaal product van Nederland – wat we met elkaar verdienen – bedraagt bijna een biljoen (880 miljard). Dat van de wereld als geheel gaat richting de 80 biljoen. Als we Brunnhuber zijn stelling van 5 biljoen vertalen naar Nederlandse schaal, dan gaat het om meer dan 50 miljard euro per jaar. Willen we een dergelijke hoeveelheid geld vrijmaken, dan moeten we de zorg halveren of het onderwijs compleet schrappen. En dan zijn we er nog niet. Zoveel geld is er gewoon niet.
Brunnhuber heeft iets bedacht waar aan de schaduwtafel finance al een begin mee werd gemaakt: het op alternatieve wijze waarderen van eigenschappen die gunstig zijn voor milieu en klimaat. Zoals het energielabel voor vastgoed. Maar Brunnhuber gaat een aantal stappen verder. Met behulp van blockchain technologie wil hij een schaduwmunt creëren, waarmee investeringen in klimaatmaatregelen gedaan gaan worden. De blockchain staat hierbij voor een volledig geautomatiseerde transparante boekhouding, waarmee transacties te volgen en bestedingen te sturen zijn.
Centrale banken drukken bankpapier, maar kunnen ook de elektronische schaduwmunt tot leven wekken. Door de blockchain kan die munt alleen maar besteed worden aan doelen die het klimaat dienen. En als jij of ik dan een boom planten, een warmtepomp installeren of een windmolen exploiteren, worden we betaald in klinkende schaduwmunt. Die we vervolgens besteden aan biologisch voedsel, duurzame energie of een CO2-neutrale vakantie.
Deze gedachte is niet nieuw, zegt Brunnhuber zelf. Op vergelijkbare wijze zijn de piramiden tot stand gekomen, in het oude Egypte. Of de kathedralen uit de Middeleeuwen. Zo kende het Hanzeverbond, een handelsverdrag dat zich uitstrekte over Noordwest Europa en de Hanzesteden ook twee munten. Eén voor de lokale handel, de tweede voor de internationale handel.
De schaduwmunt voor een schoon klimaat biedt nieuwe vergezichten. Het kan leiden tot de nieuwe economie, die de oude definitief verslaat. Want dat we iets moeten is duidelijk. Springtij presentator Harm Edens droeg een shirt met de toepasselijke tekst: “Because there is no planet B”.
Dit artikel verscheen in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden