Big oil, big fail

Op wereldschaal maakt het gelukkig nog niet zoveel uit, maar dit kansloze kleuterkabinet dreigt de energietransitie volledig tot stilstand te brengen. De door weldenkende mensen moeizaam voortgebrachte consensus over beleid voor natuur, milieu en klimaat, sneuvelt onder het feitenvrije eigen gelijk van de kortzichtige populisten. Stikstof, water, elektrisch vervoer en de warmtepomp: who cares. 

Wat op wereldschaal wel uitmaakt is het beleid van ‘big oil’, de grote vijf, de oliemaatschappijen ExxonMobil, Royal Dutch Shell, BP, ChevronTexaco en Total. Ook hier slaat het kortetermijndenken toe, het winstbejag van de vox populi, in dit geval de aandeelhouders. Grote beweringen van deze firma’s om “in lijn met Parijs” te voldoen aan een “Net Zero” beleid om in 2050 klimaatneutraal te zijn, worden niet waargemaakt: investeringen in hernieuwbare energie worden afgebouwd en groene activiteiten staan in de uitverkoop.

Bijkomend probleem is dat die grote energiemaatschappijen niet dom zijn, integendeel. Goedbetaalde knappe koppen weten dondersgoed waar ze mee bezig zijn. Dat maakt de scenario’s die deze giganten publiceren, om hun strategie voor de toekomst te onderbouwen, zo interessant. BP kwam deze zomer met een Global Energy Outlook met het weinige rooskleurige beeld dat we, afhankelijk van fossiel, waarschijnlijk al tegen 2040 door het beschikbare Carbon Budget heen zijn. Dat betekent dat daarna de wereldwijde temperatuurstijging alleen maar zal doorzetten. Die 1,5 graad van Parijs is allang buiten beeld. BP denkt al ruim voorbij de 2 graden. 

Die oliemannen zijn niet alleen niet dom, ze hebben het in het verleden al vaker bij het juiste eind gehad. Shell bijvoorbeeld was de eerste om na onderzoek te constateren dat door verbranden van fossiele brandstoffen broeikaseffecten kunnen optreden. Dat was ruim zestig jaar geleden. Exxon deed dat nog eens over, niet lang daarna. Dus: ze wisten het al. Toen de topman van Shell een paar jaar geleden zei: “we pompen alles op”, was dat geen voornemen, geen doel op zich, maar een vaststelling van onontkoombaar beleid. We pompen alles op, omdat we het nodig hebben. 

Het wrange is dat waar overheden er niet in slagen duurzaamheid voorop te stellen, de grote vijf dat samen in één keer zouden kunnen afdwingen. Samen beschikken ze over de kennis, het geld en de middelen die nodig zijn om binnen vijfentwintig jaar van fossiel af te komen. Onze olieverslaving is wisselgeld voor een transitie die big oil zou kunnen organiseren. Nu al gaat wereldwijd méér investeringsgeld naar duurzaam, dan naar fossiel. De piek in olieproductie ligt al achter ons. Toch wint het grote geld het van gezond verstand. Voor big oil is dat een big fail.