Strategische onafhankelijkheid

Het lijkt wel alsof de klimaatcrisis er niet meer toe doet. Klimaatbeleid en het belang daarvan is op de achterbank beland en het ministerie van klimaat en groene groei is totaal onzichtbaar. Ondertussen hebben we de maand maart kunnen noteren als warmste maand ooit gemeten. Tegelijk is de hoeveelheid zee-ijs op de Noordpool tot een historisch minimum gedaald. Ook was afgelopen maand de droogste ooit gemeten: met 5 mm. regen in plaats van 56. Tel daarbij op het nieuwe zonrecord: maart telde 246 zonuren, ruim 100 uren méér dan gemiddeld voor deze maand. 

Wereldwijd piekt het CO2-gehalte in de atmosfeer tot boven de 425 ppm, terwijl we van 280 komen. Klimatologen vrezen dat we ondanks het beperken van CO2-uitstoot afstevenen op gemiddelden voorbij de 3 graden C. stijging. Afgesproken was te streven naar 1,5 graad; een verdubbeling betekent weersextremen die de samenleving ontwrichten. Stormen, droogtes, overstromingen, hittegolven, natuurbranden. 

Onverminderd

Toch gaan we onverminderd door. De uitstoot van broeikasgassen in Nederland is weer fors gestegen, in tegenstelling tot landen om ons heen. We vliegen meer dan ooit en een overgrote meerderheid van de Nederlanders blijft vlees eten. We blijven onverminderd gas verstoken. Hoewel duurzaam begint te pieken, stoppen we met investeren in groene opwekcapaciteit van wind en zon vanwege ruzie over stikstof, landbouwgrond of horizonvervuiling. 

Die import van gas, eerst aardgas uit Rusland en nu het vervuilende schaliegas uit de VS, speelt ons parten. Het toont onze afhankelijkheid en daarom wil dit kansloze knoeikabinet ineens inzetten op ‘strategische onafhankelijkheid’. De term strategische onafhankelijkheid verbloemt onze fossiele verslaving. Ook is het een valse belofte: kolen, olie en gas hebben we al opgemaakt en aan kernenergie hebben we de komende vijftien jaar nog helemaal niets. De kansen van wind, zon en groene gassen laten we schouderophalend liggen, vinden we te duur en te lelijk en zeggen dat de markt het maar moet oplossen. 

Onafhankelijk

Strategische onafhankelijkheid is heel goed mogelijk door minder energie te gebruiken, meer duurzaam op te wekken en de rest kieskeurig in te kopen. Door afscheid te nemen van sectoren die in onze delta niet thuishoren, zoals staal, papier en kunstmest. Door te stoppen met de natuur verziekende landbouw en veeteelt, bedoeld voor vleesconsumptie wereldwijd. Door vol in te zetten op duurzame bronnen en door te investeren in energie-infrastructuur. 

De markt zelf de klimaatcrisis laten oplossen is een luxe die we ons niet kunnen veroorloven. We hebben een overheid nodig die voorwaarden stelt, met regelgeving en tarifering en één die zelf investeert, met harde euro’s. Een overheid die dat niet wil vanwege klimaatbeleid, doet dat dan maar vanwege strategische onafhankelijkheid. Hier heiligt het doel alle middelen.